Geachte Staatssecretaris Uslu, Beste Günay,
Met veel belangstelling heeft VSCD, de branchevereniging van podia in Nederland, uw uitgangspuntenbrief gelezen. Wij zijn verheugd dat u uw vertrouwen in de culturele sector uitspreekt. Vertrouwen is de beste voorwaarde voor het verbeteren van duurzaamheid, een eerlijke beloning, diversiteit en inclusie. Maar niet alle vraagstukken kunnen met vertrouwen alleen het hoofd geboden worden. In deze brief delen we onze grote zorgen over een aantal andere punten, die in de uitgangspuntenbrief te weinig of niet aan bod komen, maar wel van belang zijn.
Een overheid: een wettelijk kader
De verantwoordelijkheid voor gezonde podiumkunsten deelt het Rijk met gemeenten en provincies. Maar er is amper sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. En waar het Rijk een specifieke wet heeft, ontberen andere overheden die. Daarin moet op korte termijn verandering komen. De positie van gemeentelijk gefinancierde podia wankelt binnen de keten door achterstallige indexatie, de impact van de corona- en energiecrisis, inflatie, gebrek aan personeel en extra kosten voor fair pay. Er is een intensievere samenwerking met de andere overheden nodig, dan u nu in uw brief schetst. Wij pleiten voor één wettelijk kader voor de gezamenlijke zorg van alle overheden voor de podiumkunsten, te beginnen met een convenant voor de periode 2025-2028. In deze brief lichten we toe hoe zo’n convenant de komende tijd bij kan dragen aan sterkere podia en sterkere podiumkunsten!
Wacht niet en sluit convenant voor ’25-’28 af
Zoals u weet, worden bijna alle gemeenten op dit moment geconfronteerd met negatieve ramingen. In de algemene beschouwingen van gemeenten gaat het over scherpe keuzes maken in het aangezicht van 2026 en verder. In Meppel, Franeker en Baarn, om maar een paar gemeenten in Nederland te noemen, wordt daardoor het voortbestaan van podia nu al ernstig bedreigd. Podia zijn binnen hun gemeente (en provincie) vaak afhankelijk van lokale partijen en de politieke waan van de dag. Daarom is het van belang dat gemeenten en ook provincies een geoormerkte en van en voor podia wettelijk verankerde taak krijgen voor cultuur. Op die manier wordt een gezond lokaal podiumkunstenklimaat niet afhankelijk van een politieke of lokale kleur. Toegang tot de podiumkunsten moet voor alle inwoners van Nederland duurzaam geborgd zijn.
Deze urgentie wordt gedeeld door IPO en VNG in hun reactie op uw uitgangspuntenbrief. Ook zij hebben recentelijk een koerswijziging gemaakt en staan open voor een gezamenlijk wettelijk kader voor cultuur met het Rijk en een convenant in de aanloop daar naartoe. Historisch gesproken is dit een omwenteling die vraagt om actie. Wij roepen u daarom op: wacht niet tot 2029, anders kan de schade voor de infrastructuur van de podiumkunsten al onherstelbaar zijn.
Zet in het convenant en wet in op trendvolging loon-prijsbijstelling
Het is bemoedigend te lezen in de uitgangspuntenbrief dat u om de stijgende kosten te compenseren voor de bis en rijkscultuurfondsen een extra loonprijsbijstelling voor 2022 toekent (1,001%). Deze komt boven op de prijsbijstelling van circa 4% en de loonbijstelling van 3,55% die in 2022 al door u aan hen was uitgekeerd. VSCD is er pleitbezorger van dat in het convenant en de toekomstige wet tussen de verschillende overheden trendvolging van de prijs- en loonbijstelling wordt opgenomen. Dat is een manier om de scheefgroei binnen de keten recht te trekken.
Onlangs berekende VSCD op basis van CBS-gegevens dat de reële waarde van de gemeentesubsidies aan podia in de periode 2010-2019 met € 215 miljoen is gedaald. Naast regelrechte bezuinigingen komt deze daling in koopkracht door achterblijvende indexatie van subsidies.
Ook het in opdracht van de Vaste kamercommissie OCW opgestelde onderzoeksrapport In de Schijnwerpers. Groeipotentie voor de culturele sector door bijdragen aan maatschappelijke opgave (Berenschot 2023) bevestigt dit beeld van bezuinigingen en achterstallige indexatie door gemeenten.
Regel vervoer schoolklassen naar de podia binnen CMK 4
U schrijft in uw uitgangspuntenbrief dat er een vervolg komt op de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK4). Podia vormen zowel onder als na schooltijd een belangrijke plek voor kinderen en jongeren om hun eigen talenten te ontdekken en kennis te maken met de magie van de professionele podiumkunsten. Al eerder informeerden we u dat de coronacrisis ervoor heeft gezorgd, dat drie van de vier leerlingen, die normaal regelmatig een bezoek brengen aan podiumkunsten, geen toegang meer hadden tot het aanbod van de podia. De VSCD zet zich in voor een inclusieve podiumkunstensector en het jeugdige publiek is hierin een belangrijke doelgroep. Podia werken samen met scholen om podiumbezoek van jongeren te stimuleren. Een belangrijke drempel voor het schoolbezoek vormt echter het vervoer.
Wij roepen u op om het mogelijk te maken dat iedere PO leerling waar ook in Nederland en ongeacht het budget van ouders ten minste eenmaal tijdens de basisschoolperiode een podium bezoekt met de klas. Om dit te realiseren is er 2,5 miljoen euro per jaar nodig. Maak hiervoor samen met provincies en gemeenten ruimte binnen de matchingsregeling CMK4 die het Fonds voor Cultuurparticipatie uitvoert.
Fair Pay
Wij onderschrijven het belang van Fair Pay. De meeste van onze leden zijn aangesloten bij de CAO Nederlandse Podia, die VSCD verzorgt en waarin een voorziening voor eerlijke beloning van ZZP-ers is opgenomen. In onze CAO is ook van en voor podia een vergoeding voor overwerk geregeld. De belangrijkste zorg die wij hebben, zit daarom elders in de keten. Namelijk bij de impact van de invoering van Fair Pay op de omvang en betaalbaarheid van het rijksgesubsidieerde aanbod. Daar zullen de extra kosten van Fair Pay worden doorberekend, met stijgende gages voor producties als gevolg, terwijl de programmeringsbudgetten van de podia onverminderd krap blijven. Zoals hierboven betoogd is de subsidie van podia de afgelopen jaren nauwelijks geïndexeerd door gemeenten. Extra programmeringsbudget bij het Fonds Podiumkunsten zal de komende beleidsplanperiode nodig zijn om het duurdere en voor podia risicovolle, rijksgesubsdieerde aanbod te kunnen blijven afnemen.
Geen uitgangspunt maar wel een punt voor podia:
Energiecompensatie
Podia maken zich grote zorgen over de recente verlaging door het Ministerie van Financiën van het energiecompensatie budget voor o.a. podia van € 300 naar € 127 miljoen. Gemiddeld hadden podia een energiekostenstijging van 212% en schreven zij rode cijfers. Eerder kwamen de aan gemeenten verleende coronasteunmaatregelen voor de culturele sector nauwelijks bij podia terecht, omdat deze evenmin geoormerkt waren. Het wettelijk verankeren van een taak voor alle overheden voor de podiumkunsten kan dit in de toekomst voorkomen.
Verlaagde btw-tarief
Net als VNG en Kunsten ‘92 zijn we geen voorstander van een verhoging van het btw-tarief op cultuur. Wij maken ons grote zorgen dat hierdoor de betaalbaarheid en toegankelijkheid van cultuur verder wordt beperkt, omdat het kaartje 12% duurder wordt. Afschaffing van het verlaagde btw-tarief - dat ooit bedoeld was als compensatie voor de meerkosten van de invoering van de nog altijd geldende Arbeidstijdenwet - levert alleen al voor onze 153 leden een kostenpost op van 25,1 miljoen op jaarbasis. Uit de evaluatie van deze compensatiemaatregel blijkt bovendien dat de verlaging het beoogde effect heeft gehad voor de sector. Het is daarom van essentieel belang dat deze fiscale maatregel behouden blijft en u zich daarvoor sterk maakt bij uw collega staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingen, Marnix Van Rij, van Financiën.
Om al deze zorgen structureel te verminderen, denken wij graag met u mee hoe het cultuurbeleid de podia en de hele sector kan ondersteunen. We kijken uit naar een nadere kennismaking na het zomerreces om dit met u te bespreken.
Met vriendelijke groet,
Gabbi Mesters
Directeur VSCD