Vandaag maakt het kabinet bekend dat theaters en concertzalen vanaf zaterdag 5 juni weer open kunnen. Zonder testen mogen de kleinere podia 50 personen per zaal ontvangen en podia met meer dan 1000 zitplaatsen: 250 personen. Met testen geldt het 1,5 meterprotocol voor alle podia. Vanaf 30 juni wordt de capaciteit verder verruimd. Podia mogen dan ook zonder testen het 1,5 meterprotocol hanteren. Met sneltesten en vaccinatiebewijs mogen podia dan de gehele zaalcapaciteit benutten.
Meer publiek dan verwacht
De VSCD is blij dat er op kortere termijn meer mensen per zaal kunnen plaatsnemen dan oorspronkelijk in fase 3, 4 en 5 was aangekondigd. Directeur VSCD, Gabbi Mesters: “We gaan heel erg ons best doen om met cultureel aanbod te komen, maar houd er rekening mee dat dit minder zal zijn dan normaal. De maand juni is de laatste maand van het reguliere theaterseizoen en veel voorstellingen zijn vanwege de coronacrisis verplaatst of teruggetrokken. Een aantal podia biedt wel zomerprogrammering aan waarvan nu gelukkig een groter publiek kan gaan genieten.”
Nieuw theaterseizoen
“De ontwikkelingen gaan de goede kant op, maar voor onze podia is het financieel rendabel als tenminste 60 procent van de zaal gevuld is. We kijken vooral uit naar het nieuwe theaterseizoen. We hopen dat per 1 september alle beperkingen worden opgeheven en er weer volop cultureel aanbod is,” aldus Mesters.
Derde steunpakket
Het kabinet stelt een bijdrage van 38,5 miljoen steungeld beschikbaar voor het derde kwartaal. Deze bijdrage is bestemd voor onder meer theaters, bibliotheken en musea. Volgens de VSCD is ook in het vierde kwartaal financiële herstelsteun nodig omdat er verwacht wordt dat het publiek tijd nodig heeft om de weg naar de theaters en concertzalen terug te vinden. Daarnaast is de bemensing van de podia nog niet volledig doordat zij in 2020 afscheid hebben genomen van met name de flexibele medewerkers, ook zijn veel noodzakelijke investeringen in de gebouwen uitgesteld door de coronacrisis.
Steun kwam niet altijd op de juiste plek
Het steungeld wordt, net als het tweede steunpakket van 150 miljoen, verdeeld via de gemeenten. Dat is de vorige keer grotendeels goed gegaan, maar de VSCD pleit ervoor om dit bedrag ook echt te bestemmen voor cultuur. In sommige gemeenten werden de middelen ten onrechte toegevoegd aan de algemene reserve. In totaal kwam, in de eerste helft van 2021, 4,3 miljoen niet terecht bij culturele organisaties.
Mesters: “Een voorbeeld is de gemeente Almelo, met 80.000 inwoners, die € 440.000 ontving voor cultuur. Hiervan is € 25.000 naar de amateurkunst gegaan en de overige € 415.000 werd toegevoegd aan de algemene reserve. Het Stadstheater Almelo, dat mogelijk genoodzaakt is te sluiten, ontving geen steun terwijl het dit hard nodig heeft. Dit probleem signaleren we in meerdere gemeenten. De VSCD dringt er daarom bij alle gemeenten op aan om de middelen uit het derde steunpakket daadwerkelijk aan ondersteuning van culturele instellingen te besteden.”