Arbeidsduur en Arbeidstijden

Eén van de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de 80-90-100 regeling is dat de werknemer minder dan 10 jaren van zijn AOW datum is verwijderd. Onze medewerker is geboren op 6 juni 1959. De AOW-leeftijd van deze medewerker is nog niet bekend. Kan hij toch gebruik maken van de 80-90-100 regeling of moet hij wachten totdat zijn AOW-leeftijd vijf jaar van tevoren definitief bekend is?

Antwoord: Om de AOW-leeftijd te schatten heeft de Sociale Verzekeringsbank een rekentool ontwikkeld. Voor deze medewerker is de AOW-leeftijd waarschijnlijk 67 jaar en 9 maanden. Vanaf 10 jaar daarvoor kan de medewerker gebruik maken van de 80-90-100 regeling.

De 80-90-100 regeling in artikel 9 lid 10 is in de cao Nederlandse Podia 2017-2019 verruimd. Wat is er precies veranderd en waarom is hiervoor gekozen?

Antwoord: Volgens de cao Nederlandse Podia 2016-2017 kan een werknemer die minimaal 32 uur werkt gebruik maken van de 80-90-100 regeling, waarbij hij minimaal 27 uur moet blijven werken. In de huidige cao komen zowel de 32 uur als de 27 uur niet meer terug. In plaats van ‘de werknemer met een dienstverband groter dan 32 uur per week’ is afgesproken ‘de werknemer met een omvang van het dienstverband van minimaal 80%’. Volgens de cao bedraagt de werkweek 36 uur, zodat werknemers die minimaal 28,8 uur (80% van 36 uur) werken voor de 80-90-100 regeling in aanmerking komen. Dit is een verruiming van de regeling omdat de ondergrens in de huidige cao 32 uur is. Als een werknemer die 28,8 uur werkt zijn inzetbaarheid verlaagt naar 80%, gaat hij 23,04 uur werken. Ook dit is een verruiming van de regeling omdat de werknemer in de huidige cao minimaal 27 uur moet blijven werken. De nieuwe afspraken stroken echter met de bedoeling die de cao-partijen bij het afsluiten van de vorige cao ook al hadden.