In 2011 namen Paul Haighton (algemeen directeur) en Bert Dijkstra (financieel directeur) met succes de volledige exploitatie van Spant! over van de gemeente. Daarmee verlaagde de subsidie van het podium drastisch. Toch wist Spant sindsdien zowel het aantal professionele voorstellingen als lokale culturele verenigingen dat gebruikmaakt van het theater verder te laten groeien. De financiële basis komt grotendeels uit eigen inkomsten en congresactiviteiten. Ondanks uiteenlopende crises en stijgende kosten, waarmee Spant net als de gehele branche door de jaren heen te maken heeft gehad, weet het theater de exploitatie draaiende te houden op basis van ondernemerschap.
Daarnaast is Spant een koploper in duurzaamheid: een bezoek aan het theater is volledig CO₂-neutraal dankzij groene energie, een solar carport met 846 zonnepanelen en diverse duurzame stappen die de afgelopen jaren zijn gezet. Spant boekte bovendien recente publieksrecords, met een zaalbezetting van bijna 83% tijdens het seizoen 2024–2025. In dit interview vertelt Paul over de financiële omslag, cultureel ondernemen en de ervaringen die ook herkenning bij anderen kunnen bieden.
Hoe heeft Spant de transitie kunnen maken van zware subsidies naar een ondernemende exploitatie met eigen bijdragen en congresinkomsten? Wat waren hierbij belangrijke stappen?
De omslag begon met een heldere keuze: wij moesten en wilden onze eigen broek ophouden. Dat betekende dat we naast theater ook stevig hebben ingezet op congressen en zakelijke bijeenkomsten. Daarmee creëer je een tweede inkomstenstroom die structureel bijdraagt aan de exploitatie. Belangrijk was dat we een financieel gezond fundament neerzetten: strakke kostenbeheersing, duidelijke afspraken over risico’s en het aangaan van samenwerkingen die ons zekerheid geven. Zo konden we stap voor stap de afhankelijkheid van subsidie inruilen voor ondernemerschap.
Hoe bewaak je de balans tussen commerciële programmering een rol in het behouden van de artistieke programmering?
Die balans zit in de overtuiging dat het één het ander mogelijk maakt. Dankzij de inkomsten uit congressen kunnen wij een breed en gevarieerd aanbod van voorstellingen programmeren. Dat betekent dat er niet alleen plek is voor de grote namen die de zaal gegarandeerd vullen, maar ook voor producties die artistiek waardevol zijn, maar niet per se uitverkopen. Juist die combinatie maakt ons programma rijk en veelzijdig. Het vraagt wel voortdurend keuzes, maar het uitgangspunt blijft dat de commerciële kant de culturele kant mogelijk maakt en versterkt.
Heb je wel eens kritiek gekregen op het ondernemend model vanuit de artistieke of lokale gemeenschap, bijvoorbeeld op de term “commercieel”? Zo ja, hoe reageer je hierop?
Het woord ‘commercieel’ in combinatie met cultuur roept inderdaad soms vragen op. Voor ons draait commercieel werken niet om winstmaximalisatie, maar om bestaansrecht. Het gaat om duurzaam ondernemerschap: zorgen dat we hier ook over tien jaar nog theater kunnen aanbieden en publiek kunnen ontvangen. Daar hoort een reële ondernemersbeloning bij, naast de investeringen die we doen in cultuur, de organisatie en onze maatschappelijke rol. Commercieel werken is daarmee geen doel op zich, maar een voorwaarde voor ons om als theater relevant te blijven. Ons programma wordt soms commercieel of voorzichtig genoemd, maar biedt juist ruimte aan zowel publieksfavorieten als onbekendere producties.
Wat zijn volgens jou de belangrijkste factoren achter de recente record zaalbezetting van bijna 83%? In hoeverre dragen hospitality, locatie en programmering daaraan bij?
Onze hoge zaalbezetting is geen toeval, maar het resultaat van bewuste keuzes. We programmeren wat ons publiek wil zien en investeren stevig in marketing. Gastvrijheid staat in alles wat we doen centraal: van ontvangst tot horeca, de hele beleving moet kloppen. We bedienen een breed publiek in het Gooi en onderhouden een hechte relatie met onze gasten, die verder gaat dan alleen een nieuwsbrief. Dankzij die combinatie is onze voorverkoop nog altijd goed voor zo’n 60% van de kaartverkoop en blijven mensen graag terugkomen én ons aanbevelen.
Heb je bepaalde lessen geleerd of tips die je kunt delen met je collega podiumdirecteuren die mogelijkheden zoeken om hun organisatie financieel gezonder te maken?
Iedere organisatie heeft zijn eigen uitdagingen, dus dé gouden tip bestaat denk ik niet. Wat ons bij Spant altijd geholpen heeft is focus: kiezen waar je voor staat en daar helder in zijn. Voor ons zijn gastvrijheid, ondernemerschap en een solide bedrijfsvoering de basis geweest om stappen vooruit te zetten. Maar uiteindelijk bepaalt ieder theater zijn eigen koers. Wat wij vooral hebben geleerd: relaties en mensen maken het verschil.