Een medewerker wil op een vaste dag in de week ouderschapsverlof opnemen. Een begrijpelijk verzoek, maar honorering hiervan beperkt ons enorm in onze flexibiliteit. Heeft de medewerker volgens de cao recht op een vaste dag?

Antwoord: De cao verwijst voor wat betreft het ouderschapsverlof naar de wettelijke regeling en bepaalt alleen dat de werknemer tijdens het ouderschapsverlof recht houdt op pensioenopbouw. De cao geeft de werknemer dus niet het recht om het ouderschapsverlof op een vaste dag op te nemen. Ouderschapsverlof wordt geregeld in de Wet Arbeid en Zorg. Volgens deze wet moet de werknemer de wens om ouderschapsverlof op te nemen tenminste twee maanden van tevoren schriftelijk bij de werkgever melden. In de melding moet worden aangegeven wat de vermoedelijke ingangsdatum van het verlof is en hoe de werknemer het verlof wenst op te nemen. De werkgever kan het verzoek voor ouderschapsverlof afwijzen als een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich hiertegen verzet. Dat kan tot vier weken voor het tijdstip van ingang van het verlof. Niet ieder bedrijfs- of dienstbelang leidt tot een afwijzing van het ouderschapsverlof. Economische en operationele belangen die de onderneming ernstig schade zouden kunnen toebrengen zijn voorbeelden van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Ook op het moment dat er geen personeel beschikbaar is om vrijgekomen uren op te vullen zal er sprake kunnen zijn van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Ook op grond van de wet heeft de werknemer dus geen recht op een vaste dag. De wet gaat ervan uit dat werkgever en werknemer samen overleggen en met elkaars belangen rekening houden.

De cao bepaalt dat de werknemer tijdens het ouderschapsverlof recht houdt op pensioenopbouw. Dient de werkgever tijdens het ouderschapsverlof de hele pensioenpremie voor zijn rekening te nemen of alleen het werkgeversdeel?

Antwoord: De verdeling van de pensioenpremie zoals opgenomen in de cao blijft gewoon gelden. De werkgever betaalt dus alleen het werkgeversdeel.